Cantharel (Kantarell)

  • Seizoen: juni – september
  • Geel/oranje van kleur
  • Over het algemeen als individuele paddenstoelen in plaats van in groepen
  • Te vinden op de bosbodem
  • Dikke ribbels onder de hoed
  • De rand van de hoed is golvend en onregelmatig

Cantharellen zijn – vanwege hun kleur – een van de makkelijkste paddenstoelen om te spotten in het bos, en een van de lekkerste om te eten. Ze groeien vooral in oude bossen, gedijen goed in natte omstandigheden en kunnen goed overweg met sparren- en berkenbomen. Cantharellen worden het lekkerst vers gegeten. Als paddenstoelen plukken nieuw voor u is, kunt u ze het beste vinden door een oud bos te bezoeken en een plekje in de buurt van een beekje of meer te zoeken. Pak een (katoenen) tas en een champignonmes en ga wat ronddwalen. De eerste cantharel kan moeilijk te herkennen zijn, maar zodra u uw ogen traint om de kleur te herkennen, zult u ze overal zien!

De lokale bevolking voegt ze toe aan omeletten, pasta of bakt ze soms gewoon met een klontje boter. Mocht u worden uitgenodigd in een Zweeds huis en bessen of paddenstoelen geserveerd krijgen, dan is dat een teken van gastvrijheid. Nog beter; neem er een paar mee die u zelf heeft geplukt als cadeau voor uw gastheer/vrouw.

Recept: In boter gebakken cantharellen op crackers
Dit recept is waanzinnig eenvoudig te bereiden, maar toch heerlijk en voedzaam. Hoewel bessen en paddenstoelen in de meeste landen verkrijgbaar zijn in supermarkten, is het voor Zweden een punt van trots om ‘hun achtertuin’ (een bos) in te gaan om daar te plukken.

Dit gerecht is vrij eenvoudig te maken. U heeft er niet al te veel keukengerei voor nodig (koekenpan en spatel), dus het is mogelijk om dit te proberen, zelfs in de eenvoudigste hostelkeuken.

Ingrediënten (voor 2 porties):
– 250 g cantharellen
– 3 eetlepels boter
– 1/4 theelepel zout
– Een snufje peper
– Optioneel: Een klein bosje peterselie
– 2 roggecrackers (knäckebröd in het Zweeds)

Voeg 2 eetlepels boter en de cantharellen toe aan een koekenpan.
Voeg het zout en de peper toe en roer tot ze een goudbruine kleur hebben gekregen.
Verdeel de resterende 1 el boter over de roggecrackers.
Voeg de gebakken champignons toe aan de roggecrackers en garneer met gehakte peterselie!

Wilde aardbeien (Smultron)

  • Seizoen: juni en juli
  • Lijkt op kleine aardbeien
  • Rood van kleur
  • Wilde aardbeien zien eruit als kleine aardbeien, maar laat u niet misleiden door deze schattige bessen: ze hebben een fantastische smaak die ons doet denken aan de roze kauwgom met aardbeiensmaak, Hubba Bubba. Het zijn dus eigenlijk snoepjes. Gezonde snoepjes uit de natuur.

Ze zijn te vinden in bossen en onder struiken, maar meestal bevinden ze zich langs de kant van de weg of op paden. Wilde aardbeien gedijen goed in schaduwrijke gebieden, vaak verstopt onder andere bladeren, groeiend in kleine hangende trossen en vallen mooi van de stengel in uw hand (of open mond).

Wanneer u tijdens je wandeling de uitdrukking ‘smultronställe’ hoort – een soort geheime verborgen parel – wees dan moedig genoeg om deze lokale bevolking te vragen waar deze mooie plek is te vinden.

Bosbessen (Blåbär)

  • Seizoen: juli – september
  • Aan een struik met kleine, donkergroene bladeren
  • Ze zijn – uiteraard – blauw
  • Groeit meestal dicht bij de grond
  • Een donkerrood, bijna paars vruchtvlees

Nadat u hebt geleerd waar u ze kunt spotten, ziet u ze overal. De Zweedse en Noorse wet staat iedereen toe om door welk bos, weide of veld dan ook te lopen om bessen (of paddenstoelen of bloemen) te plukken voor eigen gebruik, zolang er geen bomen of struiken worden gekapt en er geen takken worden gebroken: allemansrecht. De beste manier om bosbessen te plukken is met een bessenplukhark, maar aangezien u een pelgrimswandeling maakt, denken we dat deze hark geen deel uitmaakt van uw bagage. Uw blote handen werken ook! Als u ze kunt afspoelen voordat u ze in uw mond stopt, doe dat dan. Uw handen én de bessen dus.

Gele/kruip/poolbramen (Hjortron)

  • Seizoen: juli – september
  • Groeit in moerassen en natte weilanden
  • Kan groeien op grote hoogte, tot 1.400 meter boven zeeniveau
  • Lijkt op geeloranje braamstruiken

Het goud van het noorden – dit is wat mensen in Scandinavië deze gele braam noemen. Vanwege de kleur, maar ook vanwege de waarde: omdat de planten erg gevoelig zijn voor het weer, kunnen de bessen behoorlijk schaars (en duur) zijn. De plukplekken voor hjortron worden vaak geheim gehouden. Als u ze uit de struik eet, zijn de bramen niet erg smakelijk. Maar als ze in jam worden gebruikt, zijn ze goddelijk.

Water

Neem een fles of beker mee tijdens het wandelen/fietsen van de St. Olavsleden: er zijn veel zogenaamde Olavbronnen langs de route waar u water uit kunt drinken. Het is ook mogelijk om water te drinken uit stroompjes in de bergen (het grensgebied). Zorg er wel voor dat het stromend water is.